Categorieën
Nieuws

Een te lange BKR-registratie blijft een molensteen

‘Een goed onderbouwde dialoog.’ Dat hoopt Stichting BKR te starten met een door henzelf bij onderzoeksbureau Zanders uitgevraagde studie naar de bewaartermijn van schuldregistraties. De studie ging specifiek in op het verkorten van de termijn van schuldregistratie na het doorlopen van een gemeentelijke schuldregeling. Begin 2023 bracht de G4 deze termijn al terug van vijf jaar naar zes maanden, en andere gemeenten volgen. Dat terwijl volgens BKR de resultaten van de studie laten zien dat het verkorten van de bewaartermijn de kans op nieuwe schulden vergroot.

De termijn van vijf jaar die BKR voorstaat is misschien een gangbare internationale norm, maar nergens op gebaseerd. De Tweede Kamer heeft zich het afgelopen jaar juist verschillende malen uitgesproken over het verkorten van die bewaartermijn, zodat mensen die uit schulden komen zicht houden op een perspectiefvolle toekomst. Jammer genoeg heeft de Kamer daar feitelijk niets over te zeggen, want deze termijn heeft BKR als private organisatie zelf vastgelegd in de eigen reglementen – de wet zegt er namelijks niets over.

Arbitraire grens

BKR vindt dat kredietregistraties lang genoeg bewaard moeten worden om het risico op overkreditering te verlagen. Het is volgens het kredietregistratiebureau geen doel op zich om gegevens te registreren en bewaren, maar een belangrijk middel om ‘objectieve signalen te creëren waarmee gestuurd kan worden op financieel welzijn en financiële inclusiviteit’. 

Ooit werd mij door de Vereniging van Financieringsondernemingen gevraagd waarop de bewaartermijn van zes maanden in mijn voorstel in de Tweede Kamer op was gebaseerd. Het blijft immers een arbitraire grens, en door het verkorten van de arbitraire grens zou de zorgplicht van kredietverstrekkers worden bemoeilijkt.

Maar de focus moet helemaal niet liggen op de bewaartermijn, maar op een adequate schuldhulpverlening. Dit wordt al jaren door onder andere de Nationale Ombudsman geadviseerd. Een belangrijk onderdeel van schuldhulpverlening is namelijk het voorkomen van (nieuwe) schulden. Dat gaat niet alleen over de lengte van de periode dat iemand schuldenvrij is, maar het perspectief en de kansen die iemand heeft in de samenleving.

Risicofactoren

Er zijn verschillende risicofactoren die bepalen hoe hoog de kans is dat iemand in de schulden belandt. Zo gaan het hebben van een uitkering en het wonen in een huurhuis samen met een verhoogd risico op schulden. Als de toeslagen omlaaggaan of de eisen aan een uitkering toenemen, dalen inkomsten terwijl uitgaven gelijk blijven. En niet onbelangrijk: deze risicofactoren zijn hetzelfde bij een eerste schuld en een recidive.

Nog vaker ontstaan schulden na een grote levensgebeurtenis. Het verlies van een baan, een scheiding, het overlijden van een partner, en de daarbij gepaard gaande verhuizingen. Bij mensen met problematische schulden is vaak sprake van multiproblematiek. Een langere bewaartermijn zal daar niks aan veranderen.

Om deze problemen aan te pakken is er behoefte om ook op andere terreinen ondersteuning te bieden. Bijvoorbeeld bij het zoeken naar werk of een betaalbare woning, budgetcoaching, passende zorg, een geschikte opleiding of beschermingsbewind. Investeren in deze brede ondersteuning zorgt voor een duurzamere financiële toekomst en meer financiële zelfredzaamheid. Goede nazorg is daarom de beste preventie tegen problematische schulden.

Wettelijke waarborgen

Het blijft gek. Bij de herstructurering van een onderneming met schulden staan het toekomstperspectief en snel handelen wél centraal. Bij natuurlijke personen leeft eerder het idee dat wie schulden maakt, moet (blijven) bloeden. De NVVK, de koepelorganisatie voor schuldhulpverleners, hoort al jaren geluiden van zowel mensen met schulden als schuldhulpverleners dat de lange BKR-registratie als een grote molensteen wordt ervaren. De onmogelijkheden die een BKR-registratie biedt dragen daarnaast niet bij aan een perspectiefvolle situatie, waar zowel het individu als het collectief iets aan heeft.

Bij schulden wordt immers de illusie gewekt dat het niet zou gaan om een maatschappelijk probleem, maar een individueel probleem. Dat is al meerdere keren weerlegd, onder andere door de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS), de NVVK en de wetenschap. De RVS pleit dan ook voor een collectieve inspanning om de mensen in schulden weer perspectief te bieden, om ze ‘altijd zicht te geven op een schuldenvrije toekomst’. De vraag is dus of we als maatschappij zoveel mogelijk mensen van schulden willen afhelpen, of dat we enkel gericht zijn op het klein houden van de risico’s voor een kredietverstrekker.

Overigens constateert de NVVK dat verwijdering van een BKR-registratie ingewikkeld is. Daardoor is een hele industrie ontstaan die ‘helpt’ een registratie ongedaan te maken. Hierdoor worden mensen in de armen van commerciële schuldhulpaanbieders gedreven, voor wie schuld een verdienmodel is. De nieuwe Tweede Kamer zou er daarom beter aan doen om wettelijke waarborgen voor schuldregistraties vast te leggen. BKR legt namelijk aan niemand verantwoording af.

Categorieën
Nieuws

Afscheid